Donderdag 14 augustus begon fijn. Ik ben met mijn zusje gaan lunchen bij de Roskam en we hebben daarna nog een rondje gelopen over de braderie. Het was bloedheet en voor mij dus een flinke uitdaging, maar toch gelukt. In de middag heb ik twee uur bijgeslapen zodat ik in de avond nog energie had om mee te gaan naar de markt. Het werd een hele gezellige avond met muziek, kletsen en samen zijn. Achteraf reed ik nog met mijn schoonzusje en haar vriend langs de McDonalds en rond middernacht lag ik in bed. Een dag die me het gevoel gaf dat ik er weer een beetje bij hoorde.
Vrijdag 15 augustus was rustiger. Ik voelde duidelijk dat mijn energie nog niet terug was, dus ik lag vooral op de bank. Wat gewerkt, wat geslapen. In de avond kwamen vrienden barbecuen en daarna besloten we spontaan nog naar de Hollandse avond te gaan. Het was ontzettend gezellig, maar de nacht bracht weer hetzelfde: hoesten, overgeven. Eén van onze vrienden zag het voor het eerst gebeuren en hoewel wij inmiddels zeggen: “dit is normaal”, zag ik de zorg in zijn ogen. Voor mij confronterend, want het is eigenlijk helemaal niet normaal.
Zaterdag 16 augustus bracht ik de hele dag door op bed. Ik had nul energie, zoveel hoestbuien dat ik er telkens van moest overgeven. Toch wilde ik er bij zijn, dus probeerde ik mezelf op te laden voor het foodtruckfestival. Rond 18:00 gingen we naar de stad. Eerst moesten we staand wachten, later konden we gelukkig zitten. We hebben gegeten, gekletst, gelachen. Uiteindelijk gingen we nog door naar de kroeg en dat was écht gezellig. Daarna opnieuw naar de McDonalds, een soort vaste afsluiter dit weekend. Maar de nacht werd een hel. Hoesten en spugen tot 05:30u, tot mijn lichaam simpelweg niet meer kon en ik uitgeput in slaap viel.
Zondag 17 augustus was het de verjaardag van mijn nichtje. Hoe uitgeput ik ook was, ik wilde erbij zijn. We hebben een paar uur gezeten, daarna stortte ik in en lag ik de rest van de dag hoestend en overgevend op de bank. Na het eten kroop ik in bed, maar opnieuw werd de nacht een gevecht. Pas diep in de nacht viel ik, kapot en leeg, in slaap.
En toen was het maandag 18 augustus. Ik werd pas rond 14:00 wakker. Wéér hoestend. Wéér overgevend. Zes weken nu. Zes weken ziek, zonder vooruitgang. Sterker nog: het lijkt erger te worden. De reumatoloog zegt dat prednison de boosdoener is, dus afbouwen. Maar ondertussen vraag ik me af: waar zijn we eigenlijk mee bezig?
Ik probeer het luchtig te houden, te zeggen: “het hoort erbij.” Maar eerlijk? Ik ben moe. Verdrietig. Bekers in de auto, bakken in huis overal back-ups, omdat ik nooit weet wanneer ik over mijn nek ga. Tijdens autorijden, midden in de nacht, in gezelschap. Het beheerst mijn dagen.
Zes weken geleden zeiden we nog luchtig: “oh, dit is zo weg.” Maar nu, zes weken later, lijkt het alleen maar erger te worden. En ik hoop zó dat er ergens in de toekomst een oplossing komt. Want dit is geen leven, dit is overleven.
🤍
Reactie plaatsen
Reacties